'Gemeenschap maakt uit wat erfgoed is’
ANP
gepubliceerd op 17 januari 2008
UTRECHT - Niet de kerken, maar de gemeenschap maakt uit wat waardevol religieus erfgoed is. Monumenten kunnen heel lelijk zijn, maar omdat de gemeenschap ze waardevol vindt, blijven ze in stand. Dat zei Wim Eggenkamp, voorzitter van het bestuur van de Stichting 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed, donderdag tegen de pers.
Volgens Eggenkamp, oud-directeur van Stadsherstel Amsterdam, heeft het jaar twee doelstellingen. In de eerste plaats wil zijn stichting laten zien wat er aan religieus roerend en onroerend erfgoed in Nederland aanwezig is. Daartoe zullen in het weekeinde van 22 en 23 juni op de Dag van de Architectuur zo veel mogelijk kerken en andere religieuze gebouwen open zijn. Hetzelfde geldt in september op de Open Monumentendagen.
Op de tweede plaats wil de stichting dit jaar gebruiken voor een inventarisatie van het religieus erfgoed in Nederland. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft daar geld voor beschikbaar gesteld. Gemeenten en provincies nemen aan die inventarisatie deel.
Eggenkamp onderstreepte het belang van de gemeenten bij de instandhouding van het religieus erfgoed. Hij prees de gemeente Maastricht die heeft nagegaan welke kerkgebouwen de komende jaren waarschijnlijk hun religieuze functie verliezen. De wethouder stapt dan naar het kerkbestuur om samen een nieuwe functie voor het gebouw te zoeken.
Dit jaar staat elke maand het religieuze erfgoed in een andere provincie centraal. In januari is dat Drenthe, waarna in februari Flevoland volgt. De laatste provincie in de rij is Zeeland in december. De keuze is willekeurig. Het is niet zo dat Drenthe de minste religieuze goederen kent en Zeeland de meeste. Gelderland heeft zijn programma voor de maand oktober vorig jaar al bekendgemaakt. De in oppervlakte grootste provincie in Nederland houdt onder meer een festival, dat bij gelovigen vooroordelen over elkaars geloof wil wegnemen.